Hindoeïsme

Het is mogelijk dat de Veda’s geopenbaard werden aan het begin van de wereld, toen de menselijke geest nog niet gevorderd was om het perfecte leer te verschaffen. Maar vandaag de dag heeft de mens door de vooruitgang van de kennis het toppunt van intellectueel begrip bereikt. De leer van de Veda’s was niet universeel. De Heilige Koran is geopenbaard als een bron van leiding voor de hele wereld: “Voorwaar, dit Boek is een openbaring van de Heer der Werelden.” (26:193)
De Veda’s daarentegen beweren niet dat ze een goddelijke openbaring zijn, noch vermelden ze iets over de ontvangers van deze openbaring. Ook levert de Heilige Koran in tegenstelling tot de Veda’s krachtige bewijzen voor zijn Goddelijke oorsprong. Echter zullen we op dit moment niet focussen op de oorsprong van de Veda’s, maar op bepaalde criteria die de waarachtigheid van Mirza Ghulam Ahmad (vzmh) bewijzen.

“De God van de Hemelen en Aarde heeft mij geopenbaard, niet eens maar meerdere malen, dat ik voor Hindoes, Krishna ben. En voor de Christenen en moslims de Beloofde Messias.”
(Hazrat Mirza Ghulam Ahmad, Lecture Sialkot, pagina 39)
Mirza Ghulam Ahmad (vzmh)
En zijn waarachtigheid uit de Veda’s
Inleiding
De Veda’s, de oudste en meest heilige geschriften van het hindoeïsme, vormen voor Hindoes een rijke bron van goddelijke leiding. Deze oude teksten, die dateren van duizenden jaren geleden, bevatten niet alleen inzichten over de aard van het universum en de menselijke ziel, maar ook intrigerende profetieën over de komst van grote religieuze hervormers. Deze zieners, bekend als avatars, worden gezien als manifestaties van het goddelijke die verschijnen in tijden van crisis om de dharma (rechtschapenheid) te herstellen en de mensheid terug te leiden naar het pad van waarheid.
In de moderne tijd heeft één figuur in het bijzonder de aandacht getrokken vanwege zijn opmerkelijke vervulling van vedische profetieën: Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908), de stichter van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap. Geboren in het Indiase dorp Qadian tijdens een periode van grote religieuze en sociale onrust, wijdde Mirza Ghulam Ahmad (as) zijn leven aan de hervorming van de islam en de verzoening van alle religies. Hij claimde de Beloofde Messias en Mahdi te zijn wiens komst was voorspeld in zowel islamitische als niet-islamitische geschriften, inclusief de Veda’s.
Hoewel Mirza Ghulam Ahmad (as) een moslim was, erkende hij de goddelijke oorsprong van de Veda’s en andere heilige teksten en geloofde hij dat ze allemaal deel uitmaakten van Gods progressieve openbaring aan de mensheid. Hij bestudeerde de Veda’s diepgaand en ontdekte daarin veel passages die leken te verwijzen naar zijn eigen persoon en missie.
In dit artikel zullen we een aantal van de meest opvallende profetieën en tekenen uit de Veda’s onderzoeken die lijken te wijzen op Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as) als een goddelijk gezonden hervormer. We zullen zijn leven en prestaties analyseren in het licht van deze oude voorspellingen en aantonen hoe hij op indrukwekkende wijze voldeed aan de criteria voor een ware avatar of goddelijke manifestatie.
Teken 1: Komst in een tijd van wetteloosheid
De Veda’s spreken over de cyclische manifestatie van het Goddelijke in tijden van moreel verval. In de Bhagavad Gita, een deel van het grote epos Mahabharata, verklaart Krishna:
“Telkens wanneer de wet onderuit gaat en het doel van het leven wordt vergeten, manifesteer ik mezelf op aarde. Ik word in elk tijdperk geboren om het goede te beschermen, het kwade te vernietigen en de wet te herstellen.” (Bhagavad Gita, 4:7-8)
Deze verzen wijzen op de komst van een goddelijke hervormer of avatar wanneer de mensheid afdwaalt van het pad van dharma (rechtschapenheid) en adharma (onrecht) de overhand krijgt. Het is in zo’n tijd van crisis dat een manifestatie van God verschijnt om de balans te herstellen en de eeuwige waarheden van religie opnieuw te bevestigen.
De late 19e eeuw, de tijd waarin Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908) werd geboren, was een periode van grote morele en spirituele wanorde. Het was een tijdperk gekenmerkt door wreedheid, wetteloosheid en zelfs de uitroeiing van hele volkeren. Het ongebreidelde kapitalisme vierde hoogtij tijdens de Industriële Revolutie, vaak ten koste van menselijke waardigheid en welzijn. Veel mensen waren de ware essentie van religie vergeten of gaven er geen belang meer aan, terwijl anderen zich overgaven aan afgoderij en bijgeloof.
In het christendom was een gewone profeet, Jezus (as), verheven tot de status van God zelf. Ondertussen hadden aanhangers van andere wereldreligies, waaronder de islam, vreemde praktijken en geloofsopvattingen overgenomen die ver afstonden van de oorspronkelijke leringen van hun geloof. Zelfs binnen de islam was een periode van verval voorspeld, zoals blijkt uit een gezegde van de Heilige Profeet Mohammed (sa):
“Er zal in de nabije toekomst een tijd komen dat er niets meer van de Islam over zal zijn behalve de naam ervan.” (Mishkat Kitabul Ilm, boek 2, hadith 72)
Het was tegen deze achtergrond van spirituele duisternis en morele chaos dat Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as) verscheen als een hervormer en verdediger van de ware religieuze waarden. Net als de avatars uit de Veda’s, voelde hij zich geroepen om de mensheid terug te leiden naar het pad van rechtschapenheid en de eeuwige waarheden van goddelijke leiding te herstellen.
Om zijn missie te vervullen, greep Mirza Ghulam Ahmad (as) naar de pen als zijn voornaamste wapen. Hij schreef meer dan tachtig boeken, stuurde duizenden brieven, hield talloze toespraken en ging onvermoeibaar het debat aan met de intellectuele en religieuze giganten van zijn tijd. Via deze geschriften en interacties trachtte hij de aanhangers van verschillende geloven de onderliggende eenheid en harmonie van alle ware religies te tonen.
Mirza Ghulam Ahmad (as) verklaarde openlijk dat hij door God was aangesteld als de Beloofde Messias en Mahdi, de langverwachte hervormer wiens komst was voorspeld in zowel islamitische als andere religieuze tradities. Hij zag zichzelf als een manifestatie van dezelfde goddelijke kracht die zich in het verleden had geopenbaard in figuren als Krishna, Boeddha en Jezus, en die nu opnieuw was verschenen om de mensheid te leiden in een tijd van grote nood.
Op deze manier vervulde Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as) op indrukwekkende wijze het vedische ideaal van een avatar of goddelijke hervormer die komt wanneer de wereld verstrikt raakt in onrecht en onwetendheid. Zijn leven en leringen bieden een krachtig voorbeeld van hoe de eeuwige waarheden van religie opnieuw kunnen worden bevestigd en toegepast in een tijd van grote uitdagingen en veranderingen.
Teken 2: Rechtschapen persoon
Volgens de Vedische traditie is rechtschapenheid een essentiële voorwaarde voor het ontvangen van goddelijke kennis en leiding. Dit principe wordt duidelijk uiteengezet door Maharishi Swami Diyanand, de stichter van de hindoeïstische hervormingsbeweging Arya Samaj. In zijn werk genaamd Satyarth Prakash schrijft Diyanand:
“De vier rishis (zieners) ontvingen alleen kennis van de Veda’s omdat hun daden en moraal vroom en rechtschapen waren.” (Satyarth Prakash, the light of truth, Engelse editie, p. 153 https://aryasamaj.davchennai.org/wp-content/uploads/2021/05/Satyarth-Prakash-English.pdf)
Deze uitspraak benadrukt dat alleen degenen wier leven gekenmerkt wordt door oprechtheid, deugdzaamheid en toewijding aan God waardig zijn om Zijn openbaringen te ontvangen. Een goddelijke boodschapper moet een toonbeeld zijn van morele uitmuntendheid en spirituele zuiverheid.
Wanneer we dit criterium toepassen op het leven van Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908), zien we een treffende overeenkomst. Mirza Ghulam Ahmad (as) stond bekend om zijn onberispelijke karakter en onwrikbare toewijding aan de hoogste ethische normen van de islam. Zelfs zijn meest verbitterde tegenstanders konden niet anders dan zijn rechtschapenheid erkennen.
Een opmerkelijk voorbeeld hiervan is de getuigenis van Muhammad Hussain Batalvi, een prominente criticus van Mirza Ghulam Ahmad (as). Ondanks zijn felle tegenstand tegen Ahmad’s aanspraken, schreef Batalvi het volgende:
“De auteur van Barahin-e-Ahmadiyya is volgens de waarneming en ervaring van vrienden en vijanden (ik bevestig wat ik zeg en Allah is er getuige van) een volgeling van de religie van Hazrat Muhammad en een rechtschapen en waarheidsgetrouw persoon.” (Isha’atus Sunnah, Volume 7, pagina 9)
Deze erkenning door een tegenstander is een krachtig bewijs van Mirza Ghulam Ahmad’s opmerkelijke integriteit en morele standvastigheid. Het feit dat zelfs degenen die zijn boodschap verwierpen niet anders konden dan zijn persoonlijke oprechtheid te bevestigen, wijst op de diepe indruk die zijn karakter maakte op iedereen die hem kende.
Mirza Ghulam Ahmad (as) zelf was zich volledig bewust van het belang van rechtschapenheid voor iemand die claimt goddelijke leiding te ontvangen. In één van zijn geschriften daagt hij zijn critici openlijk uit:
“Wie van jullie kan mijn leven bekritiseren?” (Tadhkiratu-shahadatain, Ruhani Khazain, vol. 20, p. 52)
Deze uitspraak getuigt van Mirza Ghulam Ahmad’s onwankelbare overtuiging in zijn eigen morele zuiverheid. Hij nodigde zijn tegenstanders uit om zijn gedrag en karakter tot in detail te onderzoeken, ervan overtuigd dat ze niets zouden vinden dat zijn aanspraak op goddelijke aanstelling zou weerleggen.
Het hele leven van Mirza Ghulam Ahmad (as) was een toonbeeld van de islamitische waarden van oprechtheid, mededogen, nederigheid en toewijding aan God. Van zijn vroegste jeugd tot zijn laatste dagen stond hij bekend om zijn onberispelijke gedrag, zijn diep spiritueel inzicht en zijn onvermoeibare inzet voor het welzijn van de mensheid.
In schril contrast hiermee staat het lot van degenen die valselijk claimen goddelijke openbaring te ontvangen. Zoals Mirza Ghulam Ahmad (as) opmerkte, is een bedrieger die in Gods naam spreekt uiteindelijk gedoemd te mislukken. Zijn onoprechtheid en morele tekortkomingen zullen onvermijdelijk aan het licht komen en zijn beweringen ondermijnen.
Het feit dat Mirza Ghulam Ahmad (as) niet alleen tijdens zijn leven standvastig bleef in de fase van intense tegenstand, maar dat zijn boodschap zelfs na zijn dood bleef groeien en gedijen, is een verdere bevestiging van zijn waarachtigheid.
Teken 3: Kan niet door de vijand worden onderworpen
De Veda’s spreken over de onoverwinnelijkheid van degenen die standvastig zijn in hun toewijding aan God. In de Rig Veda, een van de vier canonieke Veda’s, vinden we de volgende verklaring:
“De gelovigen van God die Hem voortdurend dienen, kunnen niet door de vijand worden onderworpen.” (Rig Veda, Mandal 5, Sūkt 4)
Deze passage wijst erop dat degenen die oprecht zijn in hun spirituele toewijding en onwankelbaar in hun geloof, goddelijke bescherming en voorspoed genieten. Geen tegenstander, hoe machtig ook, kan hen overwinnen of hun missie dwarsbomen.
Als we dit vedische principe toepassen op het leven van Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as), zien we een opmerkelijke bevestiging van zijn goddelijke status. Hij (as) ontving talloze openbaringen van God die zijn onoverwinnelijkheid bevestigden in het aangezicht van tegenstand. Een bijzonder krachtige openbaring die hij ontving, luidde als volgt:
إِنِّي مُهِينٌ مَنْ أَرَادَ إِهَانَتَكَ
“Ik zal diegene vernederen die u verlangt te vernederen.” (Haqiqatul Wahi, Engelse editie, p. 433)
Deze goddelijke belofte verzekerde Mirza Ghulam Ahmad (as) dat iedereen die zou proberen hem te kleineren of zijn missie te dwarsbomen, zelf vernederd en verslagen zou worden. Het was een krachtige bevestiging van Gods steun en bescherming voor Zijn uitverkoren dienaar.
In de loop van zijn leven kwam Mirza Ghulam Ahmad (as) inderdaad tegenover vele tegenstanders te staan die zijn aanspraak op goddelijke aanstelling betwistten. Deze critici daagden hem uit voor debatten, gebedswedstrijden en andere confrontaties, in de hoop zijn geloofwaardigheid te ondermijnen en zijn volgelingen weg te lokken. Echter, keer op keer zagen deze opponenten zich geconfronteerd met vernederende nederlagen en zelfs tragische omstandigheden, precies zoals Mirza Ghulam Ahmad (as) had voorspeld.
Een opmerkelijk voorbeeld is het incident met Maulvi Ghulam Dastagheer, een prominente criticus van Mirza Ghulam Ahmad (as). Dastagheer daagde hem uit voor een mubahala, of gebedsduel, waarin beide partijen God zouden smeken om degene die loog te vernietigen en te vervloeken. In zijn boek Fath-e-Rahman schreef Dastagheer dat wie van hen beiden een bedrieger was, zou moeten sterven tijdens het leven van de ander. Slechts enkele dagen na het uitvaardigen van deze uitdaging stierf Ghulam Dastagheer een vernederende dood, precies zoals Mirza Ghulam Ahmad (as) had voorspeld. (Tiryaq-ul-Qulub, Ruhani Khazain, vol. 15, p. 155)
Een vergelijkbaar lot trof Charagh Din uit Jammu, die ook een mubahala aanging met Mirza Ghulam Ahmad (as). Hij bad tot God dat de leugenaar tussen hen zou sterven, zodat de waarheid aan het licht zou komen. Binnen enkele dagen na deze uitdaging stierven Charagh Din en zijn zonen aan de pest, een duidelijk teken van goddelijke misnoegen. (Haqiqat-ul-Wahi, Engelse editie, p. 234)
Maulvi Ismaeel, nog een tegenstander, verklaarde in zijn geschriften dat Mirza Ghulam Ahmad (as) een bedrieger was en drong aan op een gebedsduel waarin de valse pretendent zou worden vernietigd. Kort daarna overleed Maulvi Ismaeel zelf, waardoor de ware leugenaar werd ontmaskerd. (Anjam-e-Atham, Ruhani Khazain, vol. 11, p. 64)
Evenzo beweerde Mohayudeen, een andere criticus, in een gepubliceerde openbaring dat Mirza Ghulam Ahmad (as) de “Farao” was in vergelijking met hem en ten onder zou gaan. Echter, al snel was het Mohayudeen zelf die stierf, waarmee duidelijk werd wie werkelijk aan de kant van de Farao stond. (Tiryaq-ul-Qulub, Ruhani Khazain, vol. 15, p. 155)
Deze buitengewone voorvallen, en vele andere zoals deze, tonen aan dat God inderdaad aan de kant van Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as) stond. Ondanks felle tegenstand en herhaalde uitdagingen door zijn critici, bleef hij niet alleen gespaard van schade, maar zag hij zijn tegenstanders keer op keer geconfronteerd met vernedering en ondergang. Dit was een krachtige bevestiging van zijn goddelijke missie en een teken voor de wereld dat hij werkelijk een uitverkoren dienaar van God was.
Mirza Ghulam Ahmad (as) zelf had een onwankelbaar vertrouwen in Gods steun en bescherming. Hij was zo zeker van zijn goddelijke aanstelling dat hij verklaarde:
“Ik kondig hierbij aan dat als ik in dit gebedsduel verslagen zou worden, mijn gemeenschap, die momenteel meer dan 100.000 telt, me minachtend zou mogen verlaten en zich van me distantiëren.” (Miracle of Ahmad, Engelse editie, p. 27)
Deze uitspraak getuigt van Mirza Ghulam Ahmad’s diepe overtuiging dat God altijd met hem zou zijn en hem nooit in de steek zou laten.
Inderdaad, zoals de Rig Veda leert, kunnen degenen die standvastig zijn in hun toewijding aan God niet door vijanden worden onderworpen. Het leven van Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as) is een krachtige illustratie van dit principe. Ondanks intense tegenstand en herhaalde aanvallen op zijn integriteit, zegevierde hij keer op keer door de genade en macht van God. Zijn onoverwinnelijkheid in het aangezicht van tegenspoed is een blijvend getuigenis van zijn ware status als goddelijk geroepen hervormer en geestelijk leider.
Teken 4: Vervulling van profetieën
Een van de meest overtuigende bewijzen van de goddelijke status van een religieuze hervormer is zijn vermogen om toekomstige gebeurtenissen nauwkeurig te voorspellen. In de Veda’s wordt profetie beschouwd als een teken van spiritueel inzicht en goddelijke leiding. Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as), toonde tijdens zijn leven een opmerkelijk vermogen om de toekomst te voorzien, waarmee hij zijn claim op goddelijke aanstelling ondersteunde.
Mirza Ghulam Ahmad (as) deed talloze profetieën over een breed scala aan onderwerpen, waaronder wereldgebeurtenissen, natuurrampen en het lot van specifieke individuen. Veel van deze voorspellingen kwamen uit op manieren die menselijke anticipatie of toeval te boven gingen, wat wijst op hun goddelijke oorsprong. Twee bijzonder opvallende profetieën betroffen prominente hindoe tegenstanders van Mirza Ghulam Ahmad (as): Pandit Lekhram en Swami Diyanand Saraswati.
Pandit Lekhram was een vocale criticus van de islam die herhaaldelijk de Heilige Profeet Mohammed (sa) belasterde. In reactie op deze aanvallen voorspelde Mirza Ghulam Ahmad (as) dat Lekhram een rampzalig einde zou ondergaan als straf voor zijn godslasterlijke uitspraken. Deze profetie werd op dramatische wijze vervuld toen Lekhram werd vermoord op de dag na Eid, precies zoals Mirza Ghulam Ahmad had aangekondigd.
Wat deze profetie nog opmerkelijker maakt, is dat Lekhram zelf had voorspeld dat Mirza Ghulam Ahmad (as) binnen drie jaar zou sterven. Echter, niet alleen overleefde Mirza Ghulam Ahmad (as) deze periode, maar ook zijn nakomelingen bleven floreren, waarmee Lekhrams valse voorspelling werd gelogenstraft. Mirza Ghulam Ahmad (as) was zo zeker van zijn eigen profetie dat hij verklaarde bereid te zijn elke straf te ondergaan als hij een leugenaar zou blijken te zijn.
Toen het nieuws van Lekhrams moord zich verspreidde, probeerden sommigen Mirza Ghulam Ahmad (as) te beschuldigen van betrokkenheid bij de misdaad. Echter, ondanks grondig onderzoek kon geen enkel bewijs worden gevonden dat hem in verband bracht met de moord. Integendeel, de precieze vervulling van zijn voorspelling, ondanks felle tegenstand en beschuldigingen, was een krachtig teken van goddelijke bevestiging. Het toonde aan dat God de waarheid van Zijn dienaren zou verdedigen en hun boodschap zou laten zegevieren ondanks alle weerstand.
Swami Diyanand Saraswati, de stichter van de Arya Samaj, was een andere prominente tegenstander van Mirza Ghulam Ahmad (as). Als hindoe hervormer moedigde Diyanand zijn volgelingen aan om de Heilige Profeet Mohammed (sa) en andere religieuze figuren te belasteren. In zijn geschriften, met name het boek Satyarth Prakash, gebruikte hij vaak grove taal en verkondigde hij leugens over de islam en zijn stichter.
In reactie op Diyanands vijandige acties ontving Mirza Ghulam Ahmad (as) de volgende goddelijke openbaring:
“De Almachtige God zal zeer binnenkort deze slechte persoon van de wereld verwijderen.” (Haqiqat-ul-Wahi, Engelse editie, p. 765-766)
Hij ontving ook de openbaring:
“De Arya-religie is verordend om door God te worden verslagen, en ze zullen wegrennen van hun religie, het de rug toekeren.” (Ibid)
Conform deze profetieën stierf Pandit Diyanand korte tijd later in Ajmer. Opmerkelijk genoeg was Mirza Ghulam Ahmad (as) drie maanden vóór het overlijden door God geïnformeerd over Diyanands naderende dood. Hij deelde deze voorspelling met verschillende Arya Samaj-leden in Qadian, waaronder Lala Sharampat, zodat ze later konden getuigen van de vervulling ervan.
Hoewel Mirza Ghulam Ahmad (as) de dwalingen van Diyanand betreurde, was hij ook teleurgesteld over diens plotselinge overlijden. Dit kwam doordat Diyanand een aantal vragen had gesteld over de islam waarop Mirza Ghulam Ahmad (as) nog niet volledig had kunnen antwoorden. Hij had gehoopt de dialoog met Diyanand voort te zetten en hem de ware schoonheid en wijsheid van de islamitische leer te laten zien. (Ibid)
Naast deze twee opmerkelijke voorbeelden zijn er vele andere profetieën van Mirza Ghulam Ahmad (as) die op verbazingwekkende wijze uitkwamen. Hij voorspelde onder meer de Eerste Wereldoorlog, de val van de Russische tsaar, de onafhankelijkheid van India en zijn eigen dood. De consistente nauwkeurigheid en schaal van zijn voorspellende vermogens waren een krachtige getuigenis van zijn goddelijke aanstelling.
Op dezelfde manier bevestigt de vervulling van Mirza Ghulam Ahmad’s (as) profetieën zijn status als een ware ontvanger van goddelijke openbaring. Ze tonen aan dat hij toegang had tot kennis die de gewone menselijke perceptie te boven ging en dat hij werd geleid door dezelfde Almachtige God die de profeten en wijzen van weleer inspireerde. Zoals de Veda’s leren, is zo’n profetisch inzicht een duidelijk teken van spirituele verlichting en goddelijke gunst.
Conclusie
Na een grondige bestudering van het leven en de prestaties van Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as) in het licht van de Veda’s, kunnen we concluderen dat hij op indrukwekkende wijze voldeed aan de profetische criteria voor een goddelijk geroepen hervormer. De overeenkomsten tussen zijn missie en de tekenen in de hindoeïstische geschriften zijn te talrijk en te treffend om als toeval te worden afgedaan. In plaats daarvan wijzen ze op een diepe spirituele waarheid die de grenzen van religieuze tradities overstijgt.
Misschien wel het meest overtuigende bewijs van Mirza Ghulam Ahmad’s (as) goddelijke missie is de blijvende vitaliteit en globale impact van de door hem gestichte Ahmadiyya Moslim Gemeenschap. Meer dan een eeuw na zijn heengaan blijft zijn boodschap van spirituele hervorming, universele harmonie en vredevol samenleven mensen over de hele wereld inspireren. Deze duurzame erfenis is een krachtige getuigenis van de transformerende kracht van zijn leringen en de goddelijke oorsprong van zijn openbaring.
Voor hindoe waarachtigheid zoekers biedt het leven van Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (as) een fascinerend perspectief op de tijdloze wijsheid van de Veda’s. Zijn vervulling van oude profetieën en belichaming van verheven spirituele idealen onthult de universele en inclusieve aard van de Vedische boodschap. Het nodigt hindoes uit om voorbij oppervlakkige religieuze verschillen te kijken en de onderliggende eenheid van alle authentieke spirituele paden te erkennen.